Ruzie

Kinderen gaan in de puberteit steeds meer hun eigen leven leiden en willen zich niet houden aan regels die ze zelf niet bedacht hebben.

Een eigen mening

Pubers krijgen een eigen mening. Dan is het normaal dat ze het niet altijd eens zijn met hun ouders. Het is wel belangrijk om er op een goede manier mee om te gaan en tot oplossingen te komen. Probeer een evenwicht te vinden tussen controle en betrokkenheid bij je kind.

Heftige ruzies

Soms loopt een ruzie hoog op, met scheldpartijen en slaande deuren. Zulke heftige uitbarstingen kunnen de band met je puber erg onder druk zetten. Meestal zijn zulke ruzies maar tijdelijk. Als het lukt om een ruzie samen goed op te lossen, hebben jullie daar allebei iets aan. Als ouder vervul jij nog steeds een belangrijke rol in het leven van je puber. Ook al laat je zoon of dochter dat misschien niet merken.

Temperament

Met het ene kind heb je eerder ruzie dan met het andere. Dat heeft ook te maken je eigen temperament en met het temperament van je kind. Soms botst dat zo met elkaar dat de kleinste dingen al zorgen voor irritatie. Probeer om alleen de confrontatie aan te gaan met je puber over dingen die je echt belangrijk vindt. Bewaar vooral ook je gevoel voor humor en zoek naar andere manieren om met de ruzies om te gaan.

Overlegmethode

Ruzies of meningsverschillen kun je vaak oplossen met overleg. Het voordeel van de overlegmethode is dat je geen macht gebruikt maar juist samenwerkt met je puber. Je verdiept je in elkaars standpunten. Je zoon of dochter voelt zich daardoor serieus genomen en is het eerder eens met een oplossing.

• Bespreek samen wat het probleem is. Je puber wil bijvoorbeeld langer uitgaan dan jij toestaat. Vraag waarom dit zo belangrijk is voor je kind en stimuleer je kind ook open te staan voor jouw argumenten.
• Bedenk samen verschillende oplossingen en geef daarbij geen commentaar op elkaars oplossingen.
• Kies samen een oplossing waar jullie allebei mee kunnen leven.
• Maak duidelijke afspraken over hoe jullie de oplossing precies uitvoeren. Je puber mag bijvoorbeeld later thuiskomen, maar moet dan wel thuisgebracht of opgehaald worden.
• Bekijk achteraf samen of de gekozen oplossing goed heeft gewerkt.
• Als de oplossing goed werkt, kun je je puber misschien meer vrijheid geven.